tenor
Hubert Delamboye studeerde piano aan het conservatorium van Maastricht en zang bij Leo Ketelaars. Sinds zijn afstuderen in 1974 trad hij op bijna alle grote schouwburgen, waaronder New York, Tokio, Parijs, Berlijn, München, Amsterdam, Brussel, Turijn, Salzburg, Wenen, Bregentz, Zürich.
Naast zijn omvangrijke liederen - en concertrepertoire zong hij operapartijen zoals Tamino, Lucio Silla, Florestan, Max, Hoffmann, Don José, Samson, Pollione Norma, Otello, Cavaradossi, Canio, Herodes Salome, Bacchus in Ariadne auf Naxos, Nureddin in Der Barbier von Bagdad, Prinz Rusalka, Alva Lulu, Hauptmann in Wozzeck, Tichon in Katja Kabanova. Maar bovenal zong hij de grote Wagner - partijen, Rienzi, Erik, Tristan, Mime, Loge, Siegmund. Zijn rol van Loge in Das Rheingol (*Wagner) is vastgelegd op CD.
Hubert Delamboye werkte met dirigenten als Claudio Abbado, James Lavine, Kurt Masur, Nikolaus Harnoncourt. Zijn regisseurs waren Otto Schenk, Jean-Pierre Ponnelle, Giorgio Strehler, Peter Stein, en Herbert Wernicke. Covent Garden heeft hem uitgenodigd voor Palestrina, (*Pfitzner). Aan de Wiener Staatsoper zong hij in de nieuwe productie van Die Jacobsleiter (*Arnold Schönberg). In Keulen in Der fliegende Höllander, Die tote Stadt (*Korngold) en ook als Loge in Das Rheingold. Het seizoen 2002/2003 kwam hij voor de partij van Loge opnieuw naar de Kölner Oper.
