mezzosopraan
De Amerikaanse mezzosopraan Marianne Cornetti studeerde zang aan het conservatorium van Cincinnati, in Italie, en aan de Manhattan School of Musik. Zij vond al vlug de weg naar de internationale podia. Zij was te zien in de MET, de Pittsburg Opera en in de Wolf Trap Foundation. Wanneer ze in de Scala 2000/2001 haar debuut maakt in de rol van Azucena in Il Trovatore betekent dat het begin van haar naamsbekendheid. Met deze rol staat ze daarna ook in de Arena van Verona (een productie van Franco Zeffirelli o.l.v. Daniel Oren) en in Rome. In Wenen zingt zij Amneris en in Tokio Eboli in Don Carlos.
Gedurende de zomer van 2002 was ze opnieuw in Verona met een nieuwe productie van Aida, en in Rome kwam ze op de buhne als Principessa di Bouillon in Adriana Lescouvreur (*Francesco Cilea). In 2003 trad zij op in de MET in de rol van Amneris en Azucena, en in de Pittsburg Opera als Ulrica in Un Ballo in Maschera. In het seizoen 2003/2004 zong zij in de Wiener Staatsoper en in de Deutsche Oper Berlin de rol van Amneris, en in Rome als Eboli. In 2004/2005 was zij te zien in Montpellier in de opera L`Arlesiana (*Francesco Cilea) waarvan ook cd opnames zijn. Op haar repertoire staan ook de rollen van Santuzza in Cavalleria Rusticana, de titelrol in Samson en Dalila (*Camille Saint-Saëns), Marfa in Chovansjtsjina (*Modest Petrovitsj Moessorgski).
Regelmatig is zij te bewonderen in concerten met werken als het Requiem van Verdi, Stabat Mater van Rossini, Sea Pictures van Elgar en El Amor Brujo van De Falla. Samen met het Symfonisch Orkest van Bilbao en de Choral Society zong zij o.l.v. Theo Alcantara in een concertante uitvoering Amaya van (*Jesus Guridi) en ook hiervan werden CD opnames gemaakt.
