Tenor

Sinds de 16e eeuw wordt de term tenor uitsluitend gebruikt voor de hoogste mannenstem C tot C''. Ook tenoren zijn in vele nuances onderverdeeld. De countertenor zingt alles in falset met een nagebootste vrouwenstem. In de opera komt hij bijna niet voor. Men gebruikt hem in de laatste jaren wel om castraatsopraan partijen te zingen, maar zijn timbre wijkt zeker totaal af van een 18e eeuwse castraatstem. In het operarepertoire onderscheidt men.

 

A. Tenor Leggiero


Een zeer lichte stem, die doorgaans de kracht mist om de hoogste tonen te zingen , tenzij het in falset kan.

Don Fernando in Cosi fan tutte (*Mozart)
Almaviva in Il barbiere di Siviglia (*Rossini)
Nemorino in L`Eliser d`amore (*Donizetti)
Pollione in Norma (*Bellini)
Nadir in Les pêcheurs de perles (*Bizet)

B. Tenor Lirico                                                                                                              


Hij komt overeen met de lyrische sopraan, en heeft dezelfde mogelijkheden. Doorgaans zingt hij ook het repertoire van tenor leggiero en heeft hij de mogelijkheid om op latere leeftijd ook rollen met een dramatisch accent te zingen.

C. Tenore Lirico Spinto


Of Demi Caractere (Frans) Jugendlicher Heldentenor (Duits) Dit is de overgang naar de dramatische tenor.

Cavaradossi in Tosca (*Puccini )  
Florestan in Fidelio(*Beethoven )
Don José in Carmen (*Biset )  
Lohengrin in Lohengrin (*Wagner )

D. Tenor Robusto


Tristan in Tristan und Isolde (*Wagner)
Tannhäuser in Tannhäuser (*Wagner)  
Siegfried in Siegfried (*Wagner)  
Radames in Aïda (*Verdi)

E. Tenore di Forsa


Manrico in Il Trovatore (*Verdi)  
Arturo in I Puritani (*Bellini)
Raoul in Les Huguenots (*Meyerbeer)
Arnoldo in Guillaume Tell (*Rossini )

F. Tenor Buffo


Alle mannelijke buffo stemsoorten hebben een speciale komische onderafdeling. De buffo tenor is verwant aan de tenore leggiero. Hij heeft een licht buigzame maar doordringende heldere stem en moet een goed ontwikkeld falset register hebben. Men onderscheidt nog de lyrische van karakter buffo`s. Daar hun repertoire niet bijzonder groot is zingen veel buffo tenoren tevens zgn. comprimario rollen. (Een comprimario is een tweede rol in een opera of zangstuk. Een ondersteunende zanger).

Jacquino in Fidelio (*Beethoven)
David in Die Meistersinger v Nürnberg (*Wagner)
Goro in Madame Butterfly (*Puccini)
Don Basilio in Le Nozze di Figaro (*Mozart)

>> Lees verder

Inleiding en definities - I. Sopraan - II. Alt - III. Tenor - IV. Bariton - V. Bas