A. Soprano Leggiero Acuto
Deze wordt vaak foutief betiteld als coloratuur sopraan. Fout, omdat coloratuur niets over de hoedanigheid van de stem zegt, maar alleen meedeelt dat de zangeres rollen met veel coloratuurpassages pleegt te zingen. In de 18e en het begin van de 19e eeuw was echter iedere zangeres en ook zanger een coloratuurartiest. De zgn. coloratuursopraan moet in staat zijn de 3 gestreepte f''' van (*Mozarts) Köningin der Nacht te zingen. Dit is de meest karakteristieke rol. Vele rollen worden ook door de soprano leggiero gezongen. De grenzen tussen de onderverdeelde stemsoorten zijn vaag en lopen vloeiend in elkaar over. Bijvoorbeeld Köningin der Nacht in Die Zauberflöte (*Mozart)
B. Soprano Leggiero
Ook haar noemt men in de wandeling coloratuur zangeres maar zij hoeft niet hoger te gaan dan de 3 gestreepte e''' en is over het algemeen warmer van klank, en charmanter van expressie dan haar koelere en zeldzamere grote zuster.
Lucia in | Lucia di Lammermoor (*Donizetti)) |
Amina in | La Sonnambula (*Bellini ) |
Lakmé in | Lakmé (*Delibes) |
C. Soprano Leggiero Lirico
Violetta in | La Traviata (*Verdi ) |
Manon Lescaut in | Manon (*Massenet ) |
Gilda in | Rigoletto (*Verdi ) |
D. Coloratuur Soubrette
Blondchen in | Die Entführung aus dem Serail (*Mozart) |
Adele in | Die Fledermaus (* J.Strauss) |
Zebinetta in | Ariadne auf Naxos (*R.Strauss) |
E. Soubrette
Benaming voor de zangeres die in opera en operette de rol van de ondeugende, intrigerende jonge vrouw vertolkt ( bv.kamermeisje).
Serpina in | La Serva padrone (*Pergolesi ) |
Papagena in | Die Zauberflöte (*Mozart) |
Marcellini in | Fidelio (*Beethoven) |
Despina in | Cosi fan tutte (*Mozart ) |
F. Soprano Lirico Leggiero
Een Lyrische sopraan.
Micaela in | Carmen (*Bizet) |
Marguerite in | Faust (*Gounod) |
Nedda in | I Pagliacci (*Leoncavallo) |
G. Soprano Lirico
Dit is de spil der sopranen, de meest veelzijdige, die ook, als zij een dramatische inslag heeft zwaardere rollen kan zingen. Het is opvallend hoe vrijwel al deze figuren passief van karakter zijn. Puur lyrische sopranen (voor zover men een stem in een bepaald hokje kan plaatsen).
Pamina in | Die Zauberflöte (*Mozart) |
Aghate in | Der Freischütz (* v. Weber) |
Cio-cio-san in | Madame Butterfly (*Puccini) |
Mimi in | La Bohème (*Puccini ) |
H. Soprano Lirico Spinto
(In Duitsland Jugendlich dramatisch en in Frankrijk Demi-caractère) Deze vormt de overgang van lyrisch sopraan naar de dramatische. Feitelijk is zij lyrisch met een dramatische inslag en een feller temperament. Haar meeste rollen vindt men in het modernere repertoire.
Elisabeth in | Tannhäuser (*Wagner) |
Siglinde in | Die Walküre (*Wagner) |
Desdemona in | Otello (*Verdi ) |
Tosca in | Tosca (*Verdi ) |
Ariadne in | Ariadne auf Naxos (*R. Strauss) |
I. Sopraan Drammatico
Er is tussen de Italiaanse dramatische sopraan en de Duitse Hochdramatische een uiterst klein verschil. De eerste is donkerder van klank, maar moet in staat zijn een stralende hoge C' te zingen. De Duitse Hochdramatische is helderder en doordringender van klank. De Franse dramatische sopraan heet ~Falcon~ naar de Franse zangeres Cornélie Falcon (1812-1897) Het is een Frans gebruik om stemsoorten te noemen naar de eerste karakteristieke exponent daarvan. Dit type houdt het midden tussen ~Soprano dramatico~ en de ~Hochdramatische~. Tenslotte is er nog een soort sopraan die men speciaal in Duitsland een ~ZwischenfachSangerin~ noemt. Zij heeft helemaal geen bepaald stemtype maar een omvangrijke stem, die een groot aanpassingsvermogen heeft. Meestal is zij een bijzonder goed actrice en specialiseert zich in die rollen welke een meer dan normaal speeltalent vereisen, in welk stemvak dan ook.
Leonore in | Fidelio (*Beethoven) |
Norma in | Norma (*Bellini) |
Aïda in | Aïda (*Verdi) |
Isolde in | Tristan und Isolde (*Wagner) |
Brünhilde in | Der Ring des Nibelungen (*Wagner) |
Inleiding en definities - I. Sopraan - II. Alt - III. Tenor - IV. Bariton - V. Bas