componist
* Wenen 25-10-1825
† Wenen 03-06-1899
Telg uit een Oostenrijkse familie van musici en componisten, waarvan er enkelen zeer bekend zijn. Vooral met hun walsen, de populaire dansmuziek in die tijd, zullen zij voor altijd het symbool zijn van het charmante Wenen. Zij zullen velen onder ons doen denken aan het Keizerlijke en Koninklijke Wenen van voor de Eerste wereldoorlog. Deze oudste zoon van Johann (Vater), ging tegen de wil van zijn vader viool studeren.
In 1844 kreeg hij de licentie om in het openbaar concerten te geven, en richtte zijn eigen dansorkest op. Zo werd hij een concurrent van zijn vader. In 1849 na de dood van zijn vader voegde hij beiden orkesten samen, waardoor zij weer met elkaar werden verenigd. Hij werd populair en had het druk. Daarom vroeg hij zijn beide broers, Josef (1827-1870) en Eduard (1835-1916) om af en toe als plaatsvervanger op te treden, om zelf af en toe wat rust te kunnen nemen.
Zijn belangstelling voor de operette kwam pas later, door het werk van Offenbach, die daarmee zijn eigen domein, de stad Wenen veroverde. Hij werd hierdoor gestimuleerd, en rond 1860 begon hij theaterwerk te schrijven. Tussen 1863 en 1870 leidde Strauss de hofbals in Wenen, hoewel hij zelf niet danste. Als 'Koning van de wals' reisde hij met zijn orkest door heel Europa en bezocht ook de Verenigde Staten van Amerika.
Vanaf 1844 (Sinngedichte, op.1) tot zijn dood componeerde hij meer dan 500 werken. Rond de 165 walsen, die hij door de zorgvuldige afgewerking, en de aan niets ontbrekende melodie en ritmiek wist te verheffen tot concertstuk. Dankzij hem bezit de Weense wals zijn klassieke volmaaktheid. Vanaf 1871 componeerde hij zo`n 15 operettes, met als hoogtepunt Die Fledermaus (1874) die ook wel als opera wordt betiteld. Een aantal van deze werken genieten nog steeds veel belangstelling. Zijn beste werken zijn door hun melodieën-rijkdom en charme ongeëvenaard.
Opera's
Eine Nacht in Venedig (1883)
Libretto van Friedrich Zell en Richard Genée.
Komische opera in 3 aktes
Plaats en tijd.Venetië, rond 1750.
Première. Berlijn (Neuen Friedrich Wilhelmstädtischen Theater) op 03-10-1883.
Der Zigeunerbaron (1885)
Libretto van Ignaz Schnitzer, naar Jókai.
opera / operette in 3 aktes
Plaats en tijd.Hongarije, 18e eeuw.
Première. Wenen ( ) op 24-10-1885.
Simplicius (1887)
Ritter Pázmán (1892)
Fürstin Ninetta (1893)
Jabuka (1894)
Waldmeister (1895)
Die Göttin der Vernunft (1897)
Operette's
Indigo (1871)
Der Carneval in Rom (1873)
Die Fledermaus (1874)
Libretto van Carl Haffner en Richard Genée, naar de komedie "Le Reveillon" van Meilhac en Halévy.
Operette in 3 aktes.
Plaats en tijd. Wenen,19e eeuw.
Première. Wenen (Theater an der Wien) op 05-04-1874.
Première. Productie in Londen (Alhambra Theater) op 18-12-1876 in het engels.
Cagliostro in Wien (1875)
Prinz Methusalem (1877)
Dekuh (1878)
Der lustige Krieg (1881)
Walsen
Accellerationen (1860)
Morgenblätter (1864)
An der schönen blauen Donau (1867)
Künstlerleben (1867)
Geschichten aus dem Wienerwald (1868)
Wein, Weib und Gesang (1869)
Wiener Blut (1873)
Rosen aus dem Süden (uit de operette Das Spitzentuch der Königin (1880)
Frühlingsstimmen (ca. 1882 m. sopraansolo)
Kaiserwalzer (1888).
Polka's
Champagner polka
Tritsch - Tratsch polka
Sekunden polka
Pizzikato - polka Leichtes Blut.
Ballet
Aschenbrödel (in de nalatenschap gevonden)
