Johann Strauss Jr
(Düsseldorf 09-03-1993 / Deutsche Oper am Rhein)
Libretto van Carl Haffner en Richard Genée, naar de komedie "Le Reveillon" van Meilhac en Halévy.
Operette in 3 aktes.
Plaats en tijd. Wenen,19e eeuw.
Première. Wenen (Theater an der Wien) op 05-04-1874.
Solisten.
Jani Szika
Marie Geistinger
Karoline Charles-Hirsch
Productie in Londen (Alhambra Theater) op 18-12-1876 in het engels.
Solisten.
Kate Munroe
Miss Beaumont
Miss Robson
GABRIEL VON EISENSTEIN (particulier) | tenor/bariton |
ROSALINDE (zijn vrouw) | sopraan |
FRANK (gevangenisdirecteur) | bariton |
PRINZ ORLOFSKY | mezzosopraan / tenor |
ALFRED (een zanger) | tenor |
DR. FALKE (notaris) | bariton |
DR. BLIND (advokaat) | tenor |
ADELE ( kamermeisje van Rosalinde) | sopraan |
FROSCH ( gerechtsdienaar) | |
IVAN (kamerdienaar van Prinz) | |
IDA (Adeles zus) |
Inhoud
Akte I
De ex-geliefde van Rosalinde, Alfred brengt onder haar raam een serenade om haar aandacht te trekken. Maar haar gedachten zijn meer bij haar echtgenoot Eisenstein die enkele dagen in de cel moet doorbrengen, de straf voor een klein misdrijf dat hij heeft begaan. Eisenstein komt de kamer binnen, samen met zijn advocaat dr. Blind. Hij is zeer ontevreden over hem, omdat hijzelf en niet de advocaat de straf wist terug te brengen van acht naar vijf dagen. Vanavond al moet hij naar de cel, en Rosalinde gaat wat oude kleding opzoeken voor haar echtgenoot.
Zijn vriend Dr. Falke komt op bezoek en haalt hem over om in plaats van naar de gevangenis naar het gemaskerd bal van Prins Orlovsky te gaan. Als hij zich de volgende ochtend voor 6 uur meld bij de gevangenis, loopt hij geen gevaar. Rosalinde die niet begrijpt waarom haar man in avondkleding naar de cel gaat neemt huilend afscheid van hem. So muss allein ich bleiben.
Als de in smoking geklede Eisenstein vertrokken is komt Alfred op bezoek en verheugt zich op een gezellige avond samen met Rosalinde. Maar als Kolonel Frank, de gevangenisdirecteur ook langs komt brengt haar dat in een erg delicate situatie. Zij moet haar goede naam redden door Alfred voor te stellen als haar echtgenoot, met als gevolg dat haar geliefde meteen naar de gevangenis wordt gebracht.
Akte II
Eisenstein geniet, hij is vermomd op het bal van Orlovsky. Ook Adele is er, het kamermeisje. Zij geeft zich uit als actrice en heeft een jurk van haar meesteres aangetrokken. Eisenstein maakt kennis met een mysterieuze Hongaarse Gravin, en begint een flirt met haar, niet wetende dat het zijn eigen vrouw is. Hij beweert haar schertsend dat hij haar hartslag kan meten met behulp van zijn horloge. Maar de gravin geeft zich niet zo maar gewonnen, zij speelt het spelletje mee en gaat er uiteindelijk vandoor met zijn horloge.
Dr. Falke vertelt de feestvierders hoe zijn vriend Eisenstein hem jaren geleden, ook na zo`n gemaskerd bal, naar huis liet gaan, verkleed als vleermuis, tot groot vermaak van iedereen die ze tegen kwamen. Hiervoor moet hij Eisenstein nog steeds betaald zetten. Die kans zal vlug komen. De Prins brengt een dronk uit op de heerlijkste drank die er is, Champagne, en Eisenstein en Kolonel Frank heffen het glas met hem. Dan slaat de klok zes uur. De beide heren komen weer met hun beide voeten op aarde terecht en haasten zich naar de gevangenis.
Akte III
Alfred zit in de cel en door te zingen vrolijkt hij zich een beetje op. Eisenstein komt in de gevangenis, en is verbaasd als hij daar zijn nieuwe vriend Kolonel Frank van het bal tegenkomt. Nog meer verrast is hij als deze Frank de gevangenisdirecteur blijkt te zijn. Frank beweert dat hij Eisenstein (Alfred) de avond daarvoor heeft aangehouden. Eisenstein is vastbesloten te weten te komen wie er thuis bij zijn echtgenote was. Blind die net is gearriveerd om zijn zogenaamde aangehouden klant te bezoeken leent hem zijn mantel, pruik en bril. In deze vermomming ondervraagt hij Alfred, en even daarna Rosalinde die net is aangekomen om te proberen Alfred uit de cel te krijgen. Eisenstein is woedend omdat zij hem heeft bedrogen. Hij legt zijn vermomming af en beschuldigt hen.
Maar zijn eigen echtgenote confronteert hem dan met het Hongaarse accent van de vorige avond en laat hem zijn horloge zien. Tegen dit bewijs van zijn eigen leugenachtigheid kan hij niets inbrengen. Er zit niets anders op dan alles te vergeven en te vergeten, zeker nadat Falke hem duidelijk heeft gemaakt dat dit de wraak was van ~ die Fledermaus~. Tot slot zingen ze weer allemaal vol lof over de Champagne
(Düsseldorf 09-03-1993 / Deutsche Oper am Rhein)
HIROSHI KODAMA | dirigent |
OTTO SCHENK | regie |
GUNTER SCHNEIDER-SIEMSEN | decor |
ROLF LANGENFASS | kleding |
WOLFGANG DUNWALD | koor |
ULRICH RAPP | toneelregie |
Bezetting | |
ROELOF OOSTWOUD | Gabriel von Eisenstein (tenor) |
BEATRICE NIEHOFF | Rosalinde (sopraan) |
PETER - NIKOLAUS KANTE | Frank (bas / bariton) |
MARIANNE RØRHOLM | Prinz Orlofsky (mezzosopraan/tenor) |
UDO HOLDORF | Alfred (tenor) |
MICHAEL BUSCH | Dr. Falke (bariton) |
WILHELM RICHTER | Dr. Blind (tenor) |
GYONGYI KOVACS | Adele (sopraan) |
ALFONZ HOLTE | Frosch |
HEINZ KALL | Ivan |
MARIA SCHWOLLINGER | Ida |