Nicolai - Otto Nicolai

Otto Nicolai

componist


* Königsberg (het huidige Kaliningrad) 09-06-1810
† Berlijn 11-05-1849

De Duitse componist en dirigent Otto Nicolai werd in Köningsburg geboren. Aan zijn jeugd had hij geen goede herinneringen. Hij voelde zich ongelukkig, en liep op zestienjarige leeftijd weg van huis. Nicolai studeerde van 1826 - 1830 in Berlijn en was o.a. een leerling van Carl Friedrich Zelter. In 1833 werd hij aangesteld als organist bij het Pruisische gezantschap in Rome, en nam daar korte tijd les bij Guiseppe Baini.

In Napels leerde hij (*Donizetti) kennen. Hierna werkte hij een jaar aan het Kärntnertor Theater in Wenen onder leiding van Conradin Kreutzer. Als chefdirigent van het Kärntnertor was Nicolai verplicht om een Duitse opera te componeren. In 1837 vertrok hij naar Wenen en vestigde zich daar als operacomponist.

Hij componeerde zijn eerste opera's, Enrico Il d' Ingliterra (1838), Il Templario (1840) en Il Proscritto (1841). De werken van (*Bellini) inspireerde hem en het volgen van de traditie van de Italiaanse belcanto - opera bracht hem succes. In 1841 werd hij hofkapelmeester in Wenen en richtte daar de later zeer beroemd geworden Wiener Phiharmonische Konzerte op.

In 1842 organiseerde hij een wedstrijd en hoopte zo een goed onderwerp te vinden voor een opera. Helaas was er niets bruikbaars bij. Een van zijn vrienden had later het idee om de komedie " The merry Wives of Windsor " te bewerken. De schrijver Jacob Hoffmeister schreef twee nummers, een proefopdracht waarmee Nicolai zeer tevreden was. Maar Hoffmeister wilde de opdracht voor de volledige opera niet aannemen. Zo werd de procuratiehouder van de Weense Rothschilds, Salomon Herman von Mosenthal de libettist.

In 1846 was de opera voltooid, een jaar te laat, waardoor de uitvoering in Wenen niet meer mogelijk was. In 1847 aanvaardde Nicolai de functie van dirigent van het koor van de Domkerk in Berlijn en was tevens orkestdirigent van de Koninklijke Opera. Hier componeerde hij, in een geheel andere stijl zijn meesterwerk.

Terug in Berlijn werd op verzoek van Koning Frederik Willem IV de opera ingestudeerd. Een lichte Duitse opera, Die lustigen Weiber von Windsor (1848).
Maar vanwege de politieke ontwikkelingen ging de première die voor 1848 geboekt stond niet door. Uiteindelijk was de première op 09-03-1949. Het werd geen succes, de pers en het publiek waren niet tevreden. Dat zijn opera met enkele zeer mooie nummers later toch een publiekstrekker zou worden heeft Nicolai nooit geweten. Het was het enige werk waarmee hij internationale bekendheid kreeg.

Van dit succes heeft de componist  echter niet kunnen genieten, want twee maanden na de première stierf hij aan een beroerte. De ouverture van deze opera wordt nog vaak gespeeld.  

 


Opera`s  

Enrico Il d'Ingliterra  (1838)
Triëst  

Il Templario (1840)
Turijn  

Il Proscritto (1841)
Genua  

Die Lustigen Weiber von Windsor (1848) (De vrolijke vrouwtjes van Windsor)
Libretto van Salomon Herman von Mosenthal, naar de gelijknamige komedie van William Shakespeare.
komische Opera in 3 aktes, met dans.
Plaats en tijd. Windsor, begin 17e eeuw.
Première. Berlijn (Königliches Opernhaus) op 09-03-1949.  

andere werken

symfonieën 2

een mis

koorwerken

kamermuziek 

liederen
 

Nicolai had tijdens zijn leven oude muziek verzameld, die hij bij zijn dood vermaakte aan de Koninklijke Bibliotheek in Berlijn