Die Meistersinger von Nürnberg

Die Meistersinger von Nürnberg

Richard Wagner    

 (Duits) 


(Keulen 26-09-2009 / Bühnen der Stadt Köln)

Libretto van Richard Wagner
Opera in 3 aktes.
Plaats en tijd. Neurenberg, omstreeks het midden van de 16e eeuw
Première. Munchen ( Hoftheater ) op 21-06-1868.

HANS SACHS (schoenmaker)bas/bariton
VEIT POGNER (goudsmid) bas
KUNZ VOGELGESANG (bontwerker)tenor
KONRAD NACHTIGALL (loodgieter)bas
SIXTUS BECKMESSER (stadsschrijver)bas
FRITZ KOTHNER (bakker)bariton
BALTHASAR ZORN (tingieter)tenor
ULRICH EISSLINGER (kruidenier)tenor
AUGUSTIN MOSER (kleermaker)tenor
HERMANN ORTEL (zeepzieder) bas
HANS SCHWARZ (kousenwever)bas
HANS FOLTZ (kopersmid)bas 
WALTER VON STOLZING (jonge ridder) tenor 
DAVID (leerling van Sachs)tenor 
EVA (Pochners dochter)lyrisch sopraan
MAGDALENA (baker van Eva) mezzosopraan
NACHTWAKERbas

Inhoud

Akte I
In de Katharinekerk.
In de kerk probeert de jonge ridder Walther von Stolzing contact te maken met het meisje waarop hij verliefd is geworden. Het is Eva, de dochter van de goudsmid Pogner. Na de dienst ontmoeten ze elkaar en Eva die zich gevleid voelt door zijn aandacht, stuurt haar voedster (chaperonne) terug de kerk in om even met hem alleen te zijn. Walther kan nu eindelijk vragen of zij al verloofd is.
Als Magdalene weer terug is hoort hij van haar dat Eva de volgende dag door haar vader zal worden uitgehuwelijkt aan de winnaar van de zangwedstrijd die de volgende dag zal plaats vinden. Ook zijn fortuin zal voor de winnaar zijn. Om deel te nemen aan deze zangwedsrijd moeten die deelnemers lid zijn van het Gilde van de Meesterzangers. Walther heeft geen andere keuze dan meedoen, en David, de leerling van de dichter-schoenmaker Hans Sachs geeft hem les in de Meesterzangkunst.
David die druk bezig is met het opbouwen van het podium vanwaar het proefzingen beoordeeld zal worden, heeft maar even tijd om Walther uit te leggen aan welke eisen hij moet voldoen. Hij somt een lange lijst op met eisen en regels waaraan men moet voldoen. Mein Herr! Der Singer Meisterschlag.

Sixtus Beckmesser, de stadsklerk, en de vader van Eva Veit Pogner komen samen aan bij de plaats van het proefzingen. Pogner zegt dat hij begrijpt waarom Sixtus graag met Eva zou trouwen. Na aankomst van de andere meesterzangers vertelt Walther aan Pogner dat hij ook wil deelnemen aan de wedstrijd. Pogner spreekt hen allen toe, Nun Hört, und versteht mich recht!. De bijzondere prijs voor de winnaar zal zijn enige dochter Eva zijn, mits zij hier zelf mee instemt, maar alleen een meesterzanger mag haar bruidegom worden.
Voor Walther gaat proefzingen wil meesterzanger Fritz Kothner weten wie zijn leermeester was. Walther von der Vogelweide en de natuur zelf antwoord Walther. Am Stillen Herd in Winterzeit. Na de instructies begint Walther aan zijn lied. Beckmesser, die niet veel vertrouwen heeft in de zanger zal de fouten noteren. Walther zingt, Fanget An! So rief der Lenz in den Wald. Als Walther een deel gezongen heeft roept Beckmesser, "Stop maar, je bent uitgezongen!" Je hebt al zoveel fouten gemaakt, het is genoeg. Maar Walther is nog niet klaar, en gaat verder. Na afloop is alleen Hans Sachs onder de indruk. Hij hoort in de zang van Walther iets nieuws, maar de andere meesterzangers vinden dat Walther niet mee kan doen aan de prijzenwedstrijd, hij was niet goeg genoeg.
Akte II
Magdalene vertelt Eva dat Walther niet geslaagd is. David heeft haar vertelt dat zijn proefzingen beneden de maat was. Tijdens zijn werk denkt Hans Sachs na over het lied dat Walther zong. Was duftet doch die Flieder. Eva komt hem vragen hoe alles verlopen is, en vertelt dat zij verlieft is op Walther. Sachs zegt dat Walther zong als een vogel met een gouden snavel, recht uit zijn hart. Hij voelt aan dat de jonge Ridder zijn meerdere zal zijn. Als Eva hem vraagt wie de winnaar zou kunnen worden van het prijslied zingen, krijgt zij daarop een ontwijkend antwoord.
Pogner roept zijn dochter juist op het moment dat Walther eraan komt. Walther vertelt Eva hoe de middag verlopen is, en Hans Sachs hoort hen en maakt uit hun woorden op dat de geliefden misschien van plan zijn om te vluchten. Als later Beckmesser haar een serenade komt brengen wordt hij gestoord door de aanwezigheid van Walther en Sachs. Sachs, die nog steeds luidruchtig aan het werk is in zijn schoenmakersatelier zegt dat hij mag zingen, maar hij geeft aan dat hij bij iedere fout van Beckmesser een flinke slag met zijn hamer zal geven.
Beckmesser doet zijn uiterste best, maar het wordt een lachwekkende vertoning. Hij heeft ook niet in de gaten dat hij Magdalene toezingt die zich als Eva heeft verkleed. De hele straat wordt wakker, ook David die woedend wordt als hij ziet dat zijn geliefde Magdalena wordt toegezongen. Kwaad over al dat lawaai komen de buren naar buiten, en in dat tumult proberen Eva en Walther te ontsnappen. Maar Sachs houdt hen tegen. Hij stuurt Eva naar huis en duwt Walther in zijn atelier. De straat wordt weer rustig en de verblufte nachtwaker blaast op zijn hoorn als waarschuwing voor de gevaren van de nacht en blijft alleen achter.
Akte III
David komt langs bij Sachs om diens naamdag te vieren, maar Sachs heeft geen tijd voor hem en gaat zich verkleden voor de wedstrijd. Hij denkt aan de vorige dag en realiseert zich dat hij ongewenst de touwtjes in handen heeft genomen. Wahn! Wahn! Uberall Wahn!
Walther komt de werkplaats binnen en vertelt dat hij een lied hoorde in zijn slaap. Sachs vraagt hem om het lied te zingen en zet het op papier. Als na hun vertrek Beckmesser binnenkomt vindt hij de tekst van het droomlied. Hij lijdt nog steeds onder de vernedering die hij de vorige avond ondergaan heeft, en is ervan overtuigt dat Sachs met dit lied Eva voor zich zal winnen tijdens de wedstrijd. Sachs die terug komt stelt hem gerust en verzekert hem ervan dat hij niet zijn rivaal is. Beckmesser mag het lied houden als hij wil, maar hij zegt niet hoe hij aan de tekst komt. Beckmesser is dankbaar, want een lied van Sachs is altijd iets bijzonders. Snel gaat hij naar huis om te oefenen.
Eva komt binnen en vraagt of Sachs nog eens naar haar nieuwe schoenen wil kijken. Even daarna komt ook Walther en met een blik vol liefde kijkt zij naar de ridder die voor haar ter plekke zijn derde strofe dicht, Weilten die Sterne im lieblichen Tanz? . Eva bedankt Sachs voor de liefdevolle hulp die hij haar altijd biedt, al van jongs af aan. Haar woorden doen hem denken aan het verdrietige verhaal van Tristan en Isolde en Koning Marke. En als hij David en Magdalena alvast benoemt tot de peetouders van een 'nieuw kind', Walthers prijslied', zijn Walther en Eva nogal verbaasd.
Eva voelt zich gelukkig Selig, wie die Sonne. En om ook zijn gezel David gelukkig te maken geeft Sachs hem in één moeite door toestemming om met Magdalene te trouwen. Iedereen komt in een feestelijke optocht aan op de feestweide Wachet auf, es nahet gen den Tag. De oudste kandidaat begint: Beckmesser. Niemand onder het publiek begrijpt wat die oude vrijer Beckmesser op deze wedstrijd doet.  Hij is nerveus, vindt dat hij niet genoeg heeft kunnen studeren op het lied en maakt fout op fout en de onmogelijke melodie klinkt nergens naar. De meesterzangers vragen zich af waar hij zo’n tekst vandaan gehaald heeft en het publiek lacht hem uit.
Beckmesser is woedend, zegt dat Sachs de schuldige is en verdenkt de schrijver van dit lied ervan een spelletje met hem te spelen. Sachs verzekert de aanwezigen dat het een prachtig lied is, mits het op de juiste wijze wordt voorgedragen. Hij vraagt wie dit wil laten horen en direct treedt Walther uit de menigte naar voren. De meesterzangers zijn toch wel benieuwd en geven hem een kans.
Walther zingt zijn lied Morgenlich leuchtend in rosigem Schein , en iedereen is door zijn zang in het hart geraakt. Unaniem wordt hij als winnaar gekozen. De titel van meesterzanger is voor hem niet belangrijk. Walther wil gelukkig worden zonder meesterzanger te zijn, maar Sachs richt zich tot Walther en vraagt hem de meesterzangers niet te beledigen Verachtet mir die Meister nicht. Hij vermaant hem met de woorden Ehrt eure Deutschen Meister. Walther kan trouwen met Eva en krijgt de zege van haar vader.
 

(Keulen 26-09-2009 / Bühnen der Stadt Köln)

MARKUS STENZdirigent
UWE ERIC LAUFENBERGregie 
TOBIAS HOHEISEL decor & kleding
WOLFGANG GOBBEL licht 
ANDREW OLLIVANT koor
Bezetting  
ROBERT HOLLHans Sachs (bas/bariton)
BJARNI THOR KRISTINSSONVeit Pogner (bas)
TORSTEN SCHARNKE   Kunz Vogelgesang (tenor)
WILFRIED STABER   Konrad Nachtigall (bas)
JOHANNES MARTIN KRANZLE   Sixtus Beckmesser (bas)
MARTIN KRONTHALER  Fritz Kothner (bariton)
ALEXANDER FEDIN   Balthasar Zorn (tenor)
JOHN HEUZENROEDER   Ulrich Eiszlinger (tenor)
WERNER SINDEMANN  Augustin Moser (tenor) 
ULRICH HIELSCHER  Herman Ortel  (bas)
NICO WOUTERSE  Hans Schwarz (bas) 
GREGG RYERSON  Hans Foltz (bas) 
MARCO JENTZSCH / KLAUS FLORIAN VOGT  Walter Von Stolzing (tenor)
CARSTEN SUSZ David (tenor) 
ASTRID WEBER Eva (lyrisch sopraan) 
DALIA SCHAECHTER Magdalena (mezzosopraan) 
DENNIS WILGENHOF  Nachtwaker (bas)