Giuseppe Verdi
(De Lombarden op de 1e kruistocht)
Libretto van Temistocle Solera, naar het gedicht Giselda van Tommaso Grossi (1826). Geïnspireerd op Torquato Tasso`s episch gedicht Gerusalemme Liberata (1581)
Lyrische opera in 4 aktes en 12 tonelen.
Plaats en tijd. Milaan, Antiochië en omgeving, nabij Jerusalem, rond 1096.
Première.Milaan (Teatro alla Scala) op 11-02-1843
Onder de naam Jerusalem
(Franse bewerking)
Libretto van Alphonse Royer en Gustave Vaës, naar Solara`s libretto
Première. Parijs (Opéra) op 26-11-1847.
ARVINO (aanvoerder Lomarden. kruisvaarder.) | tenor |
PAGANO (kruisaarder. later kluizenaar) | bas |
VICLINDA (vrouw Arvino) | sopraan |
GISELDA (dochter Arvino) | sopraan |
PIRRO (stalmeester Arvino) | bas |
MILANESE OVERSTE | tenor |
ACCIANO (Tiran van Antiochië) | tenor |
ORONTO (zijn zoon) | tenor |
SOFIA (zijn vrouw Acciano) | sopraan |
Inhoud
De broers Arvino en Pagano zijn allebei verliefd op de beeldschone Viclinda. Zij kiest voor Arvino en schenkt hem een dochter, Giselda. Als Pagano Arvino probeert te doden wordt hij voor achttien jaar verbannen.
Bij zijn terugkomst belooft hij in het openbaar vrede, maar in het geheim beraamt hij opnieuw een aanslag op zijn broer. Maar in plaats van Arvino doodt hij per ongeluk zijn vader. Nu wordt hij voorgoed verbannen uit Milaan. Hij leeft als kluizenaar in de buurt van Antiochië, en wordt daar als heilige beschouwd.
Zijn ware identiteit houdt hij geheim en samen met de Lombardische kruisvaarders, die door Arvino worden aangevoerd, helpt hij om Antiochië te veroveren.
In Antiochië vindt Arvino zijn dochter terug, die als slavin gevangen is genomen. Oronto bemint haar, en zij bekeert hem tot christen.
Wanneer Giselda hoort over de gruwelijke waarheid van de kruistochten, breekt zij met haar vader. Als ze ontsnapt, ontmoet ze de doodgewaande Oronte. Samen zoeken zij hun toevlucht in de liefde, en geven hun familie en vaderland op. Bij een achtervolging door Arvino raakt Oronte dodelijk gewond. Voor hij sterft wordt hij gedoopt door de kluizenaar Pagano. Als Pagano gewond raakt bij de verovering van Jerusalem, onthult hij zijn ware identiteit en verzoent zich met zijn broer.
Akte I
Eerste toneel.
Milaan, op het plein voor de Basilica di San Ambrosgio.
Een dienst in de kerk moet de verzoening tussen Arvino en Pagano bekrachtigen. Zij waren elkaars vijanden, na een aanslag die Pagano op zijn broer pleegde. Na achttien jaar ballingschap is Pagano teruggekeerd. Hij doet alsof hij berouw heeft, maar bereidt in het geheim een tweede aanslag voor op zijn broer. Arvino wordt uitgeroepen tot legeraanvoerder van de Lombardische kruisridders.
Tweede toneel.
Vlakbij Arvino`s huis.
In het nabijgelegen klooster bidden de nonnen hun avondgebed en smeken om vrede en Gods zegen, terwijl vlakbij de kloosterpoort Pagano voorbereidingen treft om zijn broer Arvino te vermoorden.
Derde toneel.
In het huis van Arvino.
Viclinda de vrouw van Arvino vertrouwt Pagano niet. Met haar dochter Giselda bidt ze tot Maagd Maria om hulp, en zij beloofd plechtig dat zij een pelgrimsreis naar het heilige graf zal maken. Samen met zijn handlangers steekt Pagano het huis van Arvino in brand, maar in plaats van zijn broer doodt hij zijn vader. Giselda vraagt haar vader, om geen wraak te nemen. Pagano wordt voorgoed verbannen uit de stad, en bekent dat hij spijt heeft.
Akte II
Eerste toneel.
Antiochië, in de troonzaal van Acciano`s paleis.
De kruisvaarders naderen de stad Antiochië. Zij hebben een spoor van roof en geweld achtergelaten. Acciano is klaar om zijn stad te verdedigen. Giselda wordt gevangen gehouden in de paleis-harem. Oronte is verliefd op haar, en zijn moeder is gelukkig met deze liefde van haar zoon.
Tweede toneel.
Bij een rotsspelonk.
De verbannen Pagano wil zich bij de Lombardische kruisvaarders aansluiten en wacht op hen. Hij boet voor zijn zonden door te leven als kluizenaar, en wordt vereerd als een heilige. Ook Arvino vraagt hem om raad. Hij wil Antiochië binnenkomen, en op zoek gaan naar zijn ontvoerde dochter. De kluizenaar biedt hem zijn hulp aan.
Derde toneel.
In de harem.
Jaloerse slavinnen prijzen spottend de schoonheid van Giselde aan. Door een verrader is Antiochië gevallen. De kruisvaarders zijn binnengedrongen in het paleis, en Accano en Oronte zijn omgekomen. Giselda vervloekt haar vader. Het is niet de bedoeling van God de aarde met bloed te besmeuren! Maar Arvino wil zijn dochter doden.
Akte III
Eerste toneel.
Het kamp van de kruisvaarders in het dal van Josafat.
Giselda is gevlucht uit de tent van haar vader. Als zij de doodgewaande Oronte tegenkomt, vluchten zij samen in de liefde.
Tweede toneel.
In Arvino`s tent.
Hij is woedend over de ontsnapping van zijn dochter, en de verdwijning van de kluizenaar.
Derde toneel.
Een grot vlakbij Jeruzalem.
Met de dodelijke gewonde Oronte vlucht Giselda in een spelonk. De stervende wordt door de kluizenaar gedoopt.
Akte IV
Eerste toneel.
In de grot.
In een visioen verschijnt Oronte aan Giselde en voorspelt dat de bron van Siloë water zal geven.
Tweede toneel.
De tenten van de Lombarden, niet ver van het graf van Rachel. De door dorst uitgeputte Lombarden denken aan hun vaderland. Dan lichten de kluizenaar, Arvina en Giselda hen in over de wonderbaarlijke bron. Weer op krachten gekomen, gaan de Lombarden op weg om Jeruzalem te veroveren.
Derde toneel.
Arvino`s tent.
De kluizenaar is in de strijd ernstig gewond geraakt. Op de rand van de dood vertelt Pagano zijn broer Arvino wie hij echt is. De twee verzoenen zich.