tenor
Alexander Fedin studeerde in Moskou, Wenen en Florence. Hij is winnaar van zangwedstrijden in Toulouse, Geneve en Barcelona. Bij het Keulse publiek is hij o.a. bekend als Hoffmann in Hoffmanns Erzählungen, als Tamino in Die Zauberflöte, Hans in Die verkaufte Braut en Rodolfo in La Bohème. Alexander Fedin was o.a gast aan Royal Opera House Covent Garden, de Deutsche Oper Berlin, de Scala di Milano, de Wiener, Hamburger en Münchner Staatsoper.
Hij werkte samen met dirigenten als Claudio Abbado, Vladimir Ashkenazy, Julius Rudel, James Colon, Valery Gergiev en Roberto Abbado. Zijn grote tenorpartijen waren die van Riccardo in Un Ballo in Maschera, Faust, Werther, Duca Rigoletto en Lenski in Eugen Onegin. Ook zong hij de rol van Lohengrin (*Wagner) aan het Staatstheater Kassel.
Zijn concertrepertoire is omvangrijk, en er zijn veel muziekopnamen met hem te koop. In 2000 zong hij Lenski in de heropname van Eugen Onegin, Prinzen in Die Liebe zu den drei Orangen (*Serge Prokofjew) en Hoffmann in Les Contes d`Hoffmann. In 2002 stond hij op het toneel als 1e geharnaste in Die Zauberflöte.
