Il Trittico - Gianni Schicchi

Gianni Schicchi.jpg

Giacomo Puccini    


 

(Het drieluik - Gianni Schicchi)


(Brussel 20-12-1997 / De Munt / La Monnaie)

(Düsseldorf 19-10-2003 / Deutsche Oper am Rhein)

Libretto van Giovacchino Forzano, naar een episode uit de dertigste zang van Inferno uit Dante`s Divina Commedia. Opera in 1 akte.
Plaats en tijd. Florence, 1299. 
Première. New York (Metropolitan Opera) op 14-12-1918.


GIANNI SCHICCHI bariton
LAURETTA (zijn dochter) sopraan
ZITA (nicht van De Buoso) alt
RINUCCIO (haar kleinzoon) tenor
GHERARDO (zoon) tenor
BETTO DI SIGNA (Buoso`s zwager) bas
AMANTIO DI  NICOLAO (notaris) bariton


Inhoud

Een slaapkamer in het huis van De Buoso Donati die zojuist is overleden.
Het stoffelijke overschot ligt op een bed en de hele familie ligt geknield zoals het hoort, behalve Gherardino die zich zichtbaar verveelt. Er doet een gerucht de ronde dat De Buoso zijn fortuin aan het klooster heeft vermaakt. Men vraagt raad aan Simone, de oudste van het gezelschap en vroeger burgemeester van Fucecchio. Hij verklaart dat er niets meer aan te doen is als het testament al in handen van advocaten is. Maar als het nog in huis is, dan is er nog niets verloren. Daarop ontstaat er een verwoede jacht op het testament en iedereen op zijn beurt denkt het gevonden te hebben. Uiteindelijk brengt Rinuccio het triomfantelijk tevoorschijn maar voor hij het uit handen geeft, wenst hij een beloning, de hand van Lauretta, de dochter van de boer Gianni Schicchi. Hij stuurt het jongetje Gherardino vast weg om Gianni Schicchi en zijn dochter te halen. 

Intussen wordt het testament opengemaakt. Het is gericht aan Zita en Simone. Met verontwaardiging leest men de inhoud. Het gerucht blijkt maar al te waar te zijn! Zij vervloeken de monniken die zich gaan verrijken met hun erfdeel. De stemming van de familie slaat om in vijandigheid tegenover de gestorvene De Buoso. Rinuccio verklaart dat er maar één persoon is die nog een uitweg zou weten: de sluwe boer Gianni Schicchi. Maar daar wil zijn familie niets van weten. Hij is een van de 'nieuwe mensen' die pas in Florence zijn komen wonen.
Rinuccio prijst echter Schicchi's wijsheid en slimheid. Florence zelf vergelijkt hij met een boom die ook nieuwe mest nodig heeft om te kunnen groeien. Firenze è come un albero fiorito.

Dan komt Schicchi binnen. De treurige gezichten die hij ziet kunnen alleen maar betekenen dat De Buoso beter geworden is!  Zita raad hem aan weer weg te gaan met zijn dochter. Nu ze onterfd zijn kan haar kleinzoon alleen maar iemand met geld trouwen. Schicchi is razend en weigert resoluut deze bende te helpen. Rinoccio probeert tevergeefs hem tot rede te brengen maar Lauretta weet daar een beter middel op. Ze zegt dat ze naar de winkels op de brug van de Arno zal gaan om een ring te kopen en als ze die niet krijgt, dat ze zich dan in de rivier zal werpen. ariette. O mio babbino caro
Schicchi bekijkt het testament , en zijn eerste indruk is dat er niets aan te doen is. Maar dan bedenkt hij dat nog niemand weet dat de Buoso gestorven is. Officieel kan hij nog altijd een nieuw testament maken.

Het lijk wordt naar een andere kamer gebracht, maar dan komt de Bolognese dokter Spinellocio naar de patiënt kijken. Schicchi kruipt stiekum in het bed en geeft de dokter antwoord vanachter de gordijnen, de stem van de Buoso zo goed imiterend dat zelfs de familie er een ogenblik van schrikt. Hij stuurt de dokter weg, zegt dat hij zich beter voelt en wil rusten, en komt dan tevoorschijn. Als hij de dokter kan bedriegen lukt hem dat ook bij de notaris. Hij zal De Buoso's slaapmuts opzetten en vanuit het bed een nieuw testament dicteren. Maar hij waarschuwt de familie dat dit een gevaarlijke zaak is. Voor testamentvervalsers en hun medeplichtigen geldt als straf het afhakken van de rechterhand en verbanning uit Florence.
In testa la capellina.

Terwijl Schicchi zich verkleedt en de komst van de notaris afwacht, fluisteren alle familieleden hem om beurten in wat zij graag willen erven. Schicchi stelt iedereen tevreden. De notaris komt met twee getuigen en het testament wordt gedicteerd. Eerst de kleine legaten die naar diverse familieleden gaan en dankbaar aanvaard worden. Maar dan komen de grote stukken, zoals de molens van Signa en het huis in Florence. Tot ieders ontzetting vermaakt 'De Buoso' alles aan zijn 'goede vriend Gianni Schicchi'. De razende familieleden staan op het punt hem te verraden maar Schicchi wijst hen er in bedekte termen op, dat ook zij dan gestraft zullen worden. Hij vraagt aan Zita de notaris en de getuigen te betalen.

Nauwelijks zijn deze de deur uit of de familie werpt zich met een onderdrukte kreet op het bed. Maar Schicchi heeft zich met een dikke stok gewapend en bezemt de hele bende het huis uit, dat nu immers zijn eigendom is. Als de kamer leeg is opent hij de balkondeuren. Op het balkon staan Lauretta en Rinuccio, die nu kunnen trouwen. Schicchi wendt zich tot het publiek en vraagt, op het paartje wijzend, of ze het eens zijn met de bestemming van de erfenis. Hij wordt vanwege deze streek naar de hel verbannen. Met verlof van de grote Vader Dante vraagt hij ons (het publiek) echter om hem, als we ons geamuseerd hebben, in ieder geval met een applaus te belonen. 
 

Gianni Schicci is een historische persoon, een Florentijnse burger en tijdgenoot van Dante die geciteerd wordt in het Inferno van Dante waarin hij verschijnt aan de zijde van Myrrha van Cyprus.
De overeenkomst tussen hen beiden is dat zij de gedaante van een ander hebben aangenomen om zo hun doel te bereiken.


(Brussel 20-12-1997 / De Munt / La Monnaie)

MARCELLO VIOTTI dirigent
STEIN WINGE regie
TOBIAS HOHEISEL decor
INGEBORG BERNERTH kleding
HANS - AKE SJOQUIST licht
RENATO BALSADONNA koor
Bezetting  
JOSE VAN DAM Gianni Schicci (bariton)
ANNA MARIA PANZARELLA Lauretta (sopraan)
DIANE PILCHER Zita (mezzosopraan)
TOM VAN PARIJS Rinuccio (tenor)
ARILD HELLELAND Gherardino (tenor)
DIRK VAN CROONENBORCH Betto di Signa (bas)
CHRIS DE MOOR Amantio di Nicolao (bariton)

 

(Düsseldorf 19-10-2003 / Deutsche Oper am Rhein)

JOHN FIORE dirigent
DIETRICH HILSDORF regie
JOHANNES LEIACKER decor & kleding
GERHARD MICHALSKI koor
Bezetting  
BRUNO BALMELLI Gianni Schicci (bariton)
NATALIYA KOVALOVA Lauretta (sopraan)
CORNELIA BERGER Zita (alt)
SERGEJ KHOMOV Rinuccio (tenor)
TORSTEN HOFMANN Gherardino (tenor)
SAMI LUTTINEN Betto di Signa (bas)
PETER NIKOLAUS KANTE Amantio di Nicolao (bariton)


(Düsseldorf 17-01-2015 / Deutsche Oper am Rhein)

AXEL KOBER dirigent
DIETRICH HILSDORF regie
JOHANNES LEIACKER decor & kleding
  koor
Bezetting  
OLEG BRYJAK Gianni Schicci (bariton)  
BRIGITTA KELE Lauretta (sopraan)  
MARTA MARQUEZ Zita (mezzosopraan)  
IOAN HOTEA
Rinuccio (tenor)  
JOHANNES PREIßINGER Gherardino (tenor)  
BOGDAN TALOS Betto di Signa (bas)  
LISA GRIFFITH Nella  
MICHAIL MILANOV Simone  
DMITRI VARGIN Marco  
KATARZYNA KUNCIO Ciesca
 
PETER NICOLAUS KANTE Amantio di Nicolao (bariton)  
DAVID JERUSALEM Spinelloccio