Il Trovatore

Il Trovatore.jpg

Giuseppe Verdi    


(De troubadour)


(Eindhoven @ Jos 08-02-1996) 

(Düsseldorf 27-04-1997 / Deutsche oper am Rhein)                     

(10-05-1997 / Deutsche oper am Rhein)

(Essen 29-11-2001 / Aalto-Musiktheater Essen)

(Essen 07-12-2001 / Aalto-Musiktheater Essen)   

Libretto van Salvatore Cammarano.
Opera in 4 aktes.
Plaats en tijd. Biscaye en Aragon, begin 15e eeuw. 
Première. Rome (Theatro Apollo) op 19-01-1853.  

GRAAF LUNAbariton
LEONORA (Gravin van Sargosto)sopraan
AZUCENA (zigeunerin)mezzosopraan
MANRICO (Troubadour)tenor
FERRANDO (Luna`s vazal)bas
INEZsopraan
RUIZtenor
ZIGEUNERbas
BODEtenor
KOOR (soldaten & zigeuners) 


Inhoud

Heel veel haat voert de boventoon. Liefde krijgt geen kans meer. Een oude zigeunerin wordt er ten onrechte van beschuldigd dat zij een van de kinderen van de familie Luna heeft behekst. Zij wordt hierom veroordeeld tot de brandstapel. De stervende zigeunerin draagt haar dochter op dit lot te wreken. Het is deze opdracht die Azucena ten gronde richt. Azucena ontvoert het behekste zoontje van de Luna`s, maar omdat zij psychisch in de war is, verbrandt zij per ongeluk haar eigen kind. Het zoontje van de Luna`s voedt zij op alsof het haar kind is.
Dit alles speelt in Spanje, omstreeks 1410. Er is een burgeroorlog gaande tussen Aragón (onder bevel van Graaf Luna) en Biscaye (onder het bevel van Graaf Urgèl). Zowel het land als het volk wordt door de strijd om macht verdeeld in 2 kampen. Graaf Urgel betwist de positie van de Koning. Manrico de onechte zoon van de zigeunerin strijdt voor de Graaf tegen de koningsgetrouwe graaf Luna. Door een vrouw (Leonora) komen Luna en Manrico tegenover elkaar te staan. Leonora kiest voor Manrico, waarop Luna besluit zijn rivaal te vermoorden. Later hoort hij dat hij zijn eigen broer heeft gedood.

Akte I 
(De tweestrijd)
Eerste scène
Een voorhal in het paleis Aliaferia, residentie van het hof van Aragón.
Tijdens de nachtelijke wachtdienst vertelt Ferrando dat het zoontje van de Graaf ooit werd behekst door een zigeunerin, die daarvoor werd veroordeeld  tot verbranding. Daarna werd het kind uit wraak ontvoerd door de dochter van de zigeunerin, Azucena die hem op de brandstapel gooide.
Tweede scène.
De tuin van het paleis. Het is nacht.
Leonora is tijdens een tournooi verliefd geworden op een onbekende ridder. In de tuin brengt een geheimzinnige  troubadour haar een serenade. aria. Tacea la notte placida. Op dat moment komt Luna, die verliefd is op Leonora tevoorschijn, in de hoop zijn rivaal te kunnen overmeesteren. Aan zijn stem herkent Leonora haar geliefde ridder. Desreto sulla terra, en Leonora, die Luca voor haar minnaar houdt, vliegt in zijn armen, juist als Manrico in de tuin verschijnt. Er volgt een duel tussen de twee mannen. De troubadour maakt zich bekend als een volgeling van Urgèl. terzet  Di geleso amor sprezatto.
Akte II

(de zigeunerin)
Eerste scène
Het zigeunerkamp in het gebergte van Biscaye.
Een groep zigeuners zingt tijdens hun werk het beroemde zigeunerlied. Hun aanvoerster Azucena staart in het kampvuur en ziet visioenen. aria  Stride la vampa.  Manrico heeft Luna in het duel verslagen maar diens leven gespaard. De Graaf weet hem echter opnieuw te verleiden tot een gevecht. Ditmaal raakt Manrico ernstig gewond, maar met hulp van Azucena komt hij snel weer op krachten. De zigeunerin eist vervolgens een wederdienst van Manrico. Ze vertelt hem het hele verhaal. Condotta ell`era in ceppi over hoe haar onschuldige moeder door de vader van Graaf Luna werd veroordeeld tot de brandstapel, hoe zijzelf een van de kinderen van de graaf had geroofd, haar eigen kind had laten verbranden en het vreemde kind onder haar vleugels had genomen. Door Manrico's twijfel aan zijn eigen identiteit raakt Azucena in verwarring. Hij is haar kind en moet de dood van zijn grootmoeder wreken. duet  Mal reggendo all`aspro assalto. Manrico toont zich daartoe bereid. Maar als hij te horen krijgt dat de om zijn dood treurende Leonora nog diezelfde dag het klooster in wil gaan, stelt hij de wraakneming uit en spoedt zich naar zijn geliefde.
Tweede scène
Een voorplein van het klooster bij Castellor.
Inmiddels heeft ook graaf Luna vernomen dat Leonora gekozen heeft voor een kloosterleven. Hij wil haar ontvoeren en zingt de romantische aria  Il balen del suo sorriso, gevolgd door de (cabaletta) met koor. Per me ora fatale. Manrico weet dit te verhinderen en samen met Leonora vlucht hij naar de veilige vesting Castellor.
Akte III

(de zoon van de zigeunerin)
Eerste scène
Het legerkamp van graaf Luna, voor de burcht Castellor.
De graaf bezet de laatste vesting van Hertog Urgel, die onder het bevel staat van Manrico. Azucena is in de buurt van het kamp opgepakt en als spionne gearresteerd. Giorno poveri vivea.  Als ze uit angst om Manrico roept, weet de Graaf dat hij te maken heeft met de moeder van zijn aartsvijand. Hij geeft opdracht haar te doden, te meer daar Ferrando in deze vrouw de lang gezochte zigeunerin heeft herkend.
Tweede scène
De burcht Castellor.
Leonora en Manrico hebben besloten met elkaar te trouwen ondanks de benarde toestand. aria  Ah si ben mio coll`essere. Wanneer Manrico echter het bericht bereikt dat Azucena gevangen is genomen, mobiliseert hij zijn kleine troepenmacht. Op een open veld toont hij zich gereed voor de strijd om zijn moeder. De akte wordt besloten met het stretta  Di quella pira 

Akte IV

(De terechtstelling)
Eerste scène
Een vleugel van het paleis van Aliaferia.
Graaf Luna heeft gezegevierd. Hij heeft de vesting Castellor bezet en Manrico in de boeien geslagen. Ruis wijst Leonora het venster van zijn kerker en zij zingt de aria  D`Amor sull`ali rosee. Achter de schermen klinken de tonen van een miserere, en Manrico zingt vanuit zijn kerker een afscheidslied,dat door Leonora wordt aangehoord. Miserere Ah, che la morte ognora.
Leonora is gevlucht en krijgt te horen dat haar geliefde en zijn pleegmoeder in de vroege ochtend terechtgesteld zullen worden. Om hen te redden biedt ze Luna aan, zijn vrouw te worden. duet  Mira, di acerbe lagrime met stretta  Vivrà! contende il giubilo.  Maar om haar belofte aan de Graaf niet in te hoeven lossen, neemt Leonora stiekem gif in.
Tweede scène
Een donkere kerker.
Manrico en Azucena zijn geboeid. Manrico tracht zijn moeder moed in te spreken en zingt haar in slaap. duet  Ai nostri monti ritorneremo. Leonora smeekt Manrico te vluchten. Omdat ze weigert hem te volgen, voelt hij zich door haar verraden. Pas als het gif begint te werken beseft hij wat zij voor hem gedaan heeft. Leonora verzoent zich met Manrico en sterft in zijn armen.
Graaf Luna voelt zich bedrogen. Hij vermoordt Manrico en dwingt Azucena toe te kijken. Maar nu onthult Azucena de lang verzwegen waarheid: "Hij was je broer!"  

 

(Düsseldorf 27-04-1997 / Deutsche oper am Rhein) 

(Düsseldorf 10-05-1997 / Deutsche oper am Rhein)

FRANCESCO CORTImuzikale leiding
FLORIAN - MALTE LEIBRECHTregie
MARKUS LUPERTZdecor & kleding
VOLKMAR OLBRICHkoor
INGRID RAFFEINERspelleiding / regie
Bezetting 
DAVID WAKEHAMGraaf Luna (bariton)
INESSA GALANTELeonora (sopraan)
RENEE MORLOCAzucena (mezzosopraan)
ANDREJ LANZManrico (tenor)
IIKKA VIHAVAINENFerrando (bas)
MARIANNE VARADIInez (sopraan)
WILHELM RICHTERRuiz (tenor)
GUNTER KORTHZigeuner (bas)
ELMAR KOSTERBode (tenor)
Het koor van de Duitse Oper am Rhein.soldaten en zigeuners


(Essen 29-11-2001 / Aalto-Musiktheater Essen)

(Essen 07-12-2001 / Aalto-Musiktheater Essen)

STEFAN SOLTESZmuzikale leiding
DIETRICH HILSDORFregie
JOHANNES LEIACKERdecor & kleding
ALEXANDER EBERLEkoor
NORBERT GROTEtoneelregie
HARTMUT LITZINGERlicht
Bezetting 
BORIS STATSENCO Graaf Luna (bariton)
SILVANA DUSSMANNLeonora (sopraan)
ILDIKO SZONYIAzucena (mezzosopraan)
MIKHAIL DAWIDOFFManrico (tenor)
MARCEL ROSCAFerrando (bas)
MARIE-HELEN JOEL Inez (sopraan)
HERBERT HECHENBERGERRuiz (tenor)
Het koor van het Aalto Muziektheaterzigeuners, nonnen, soldaten