I Pagliacci

I Pagliacci.jpg

Ruggiero Leoncavallo 


(Paljas)
Meestal samen opgevoerd met (Cavalleria Rusticana)(*Mascagni

(Aken 26-04-1994 / Theater Aachen)

(Krefeld 21-09-1997 / Theater Krefeld)

(Berlijn 28-05-1998 / Unter den Linden)(J)

(Essen 30-06-2004/Aalto-Musiktheater Essen)

(Düsseldorf 17-02-2012/Oper am Rhein)

Libretto van Ruggiero Leoncavallo.
Drama met proloog en 2 aktes.
Plaats en tijd. Montalto in Calabrië, op 15 augustus Maria-hemelvaart. tussen 1865 en 1870.
Première.Milaan, (Teatro dal Verme) op 21-05-1892   

CANIO (Pagliaccio)tenor
NEDDA (Colombina zijn vrouw)sopraan
TONIO (Taddeo - komiek)bariton
PEPPE (Arlecchino - komiek)tenor
SILVIO (jonge boer)bariton


Proloog

Na een kort voorspel verschijnt Tonio in clownspak voor het doek en deelt het publiek mee dat de bedoeling van de componist is te laten zien dat artiesten mensen van vlees en bloed zijn en dat de geschiedenis die zal worden opgevoerd echt gebeurd is. Si puo? Signori, Signor.  Hij geeft een teken om het doek op te halen.
Akte I
Het dorpspleintje van Montalto.
De bevolking haalt vol enthousiasme een groepje reizende komedianten binnen die ieder jaar het plaatsje met een bezoek vereren. Hun leider Canio blijkt zeer populair te zijn en houdt een toespraak tot het publiek, waarin hij een successtuk aankondigt. (Un grande spettacolo) de liefdesavonturen van Paljas. Canio is een opvliegende, neurotische artiest getrouwd met Nedda, een jonge vrouw, die door hem in zijn groep was opgenomen. Zij heeft echter bij een vorig bezoek aan Montalto een verhouding aangeknoopt met een jonge boer Silvio.

De mismaakte clown Tonio is eveneens verliefd op haar en een der omstanders, die ziet hoe deze haar aankijkt, waarschuwt Canio op schertsende toon voor deze medeminnaar.
Canio vat dit ernstig op en zegt dat het theater en het leven niet hetzelfde zijn. Op de planken speelt hij voor de bedrogen echtgenoot, maar in werkelijkheid moet niemand dat spelletje met hem wagen. Un tal gioco, credetemi. De komedianten worden uitgenodigd in de herberg een glas te drinken. Maar het grootste deel van de bevolking naar de kerk gaat voor het angelus, aangekondigd door een ding-dong koor met de Italiaanse doedelzakspelers die het dorp rondgaat. (de 'pifferari'). Canio herinnert er nog eens aan dat de voorstelling om zeven uur zal beginnen. Nedda blijft alleen achter. Haar slechte geweten maakt dat zij zich over de woorden van haar man ongerust maakt. Maar de warme zomerzon verdrijft spoedig haar bange voorgevoelens en zij zingt over de vogels die zorgeloos door het luchtruim vliegen. aria.Stridono lassù.

Zij wordt onderbroken door Tonio die haar zijn liefde betuigt en haar lastig valt. Nedda probeert hem eerst af te wijzen door hem te bespotten maar als hij handtastelijk wordt slaat zij hem met haar zweep in zijn gezicht. duet. So ben che difforme.  Hij verwijdert zich, mompelend dat hij wraak zal nemen. Nauwelijks is hij weg of Silvio verschijnt. Hij tracht Nedda te overreden Canio te verlaten en met hem te vluchten. duet. Decidi il mio destin. Nedda verzet zich eerst maar geeft zich gaandeweg gewonnen. Hun gesprek wordt afgeluisterd door Tonio, die ijlings Canio gaat halen. Zij besluipen de minnaars juist op het moment waarop deze het uur van hun vlucht afspreken. Silvio weet te ontkomen aan de achtervolging van de jaloerse Canio.

Canio probeert dan van zijn vrouw de naam van haar minnaar te weten te komen, omdat hij deze niet heeft herkend. Zij weigert zijn naam te noemen. Tonio fluistert hem in dat hij beter tot 's avonds kan wachten omdat de minnaar ongetwijfeld bij de voorstelling aanwezig zal zijn en dat ze er dan achter kunnen komen wie hij is. Tonio en Beppe bouwen het toneeltje op, en Canio blijft alleen achter. In zijn beroemde aria. Vesti la giubba (het zogenaamde Smartlied) filosofeert hij over het lot van de komediant die moet spelen, terwijl zijn hart verscheurd wordt door smart. Het publiek heeft echter betaald. Met een gebroken hart vertrekt hij om zijn narrenpak aan te trekken.
Akte II
Het doek gaat op. Het toneel is hetzelfde, maar het is nu avond.
Nedda, verkleed als Columbia haalt het geld op voor de kaartjes. Tussen het publiek dat plaats begint te nemen, loopt ook Sivio, die door Nedda wordt gewaarschuwd op zijn hoede te zijn voor Canio. De vertoning begint. Nedda, als Colombina, verwacht haar minnaar Arlecchino, die haar achter de schermen een serenade brengt. O Colombina il tenero fido Arlechhino.

De rol van Arlecchino wordt gespeeld door de komediant Beppe. Tonio, als Colombina's knecht Taddea, komt op met een mand gevuld met inkopen voor een soupeetje. Hij maakt haar op komisch overdreven wijze het hof, maar ontvangt een oorvijg voor zijn moeite. Arlecchino klimt intussen door het raam naar binnen en schopt Taddeo de deur uit. Een duet tussen Colombina en Arlecchino wordt verstoord door een zenuwachtige Taddeo die de plotselinge thuiskomst van Pagliaccio aankondigt. Toevallig neemt Colombina met dezelfde woorden als die ze 's middags tegen Silvio gebruikte, afscheid van Arlecchino, die door het raam probeert te ontsnappen.

Canio, als Pagliaccio, verliest hierdoor de grens tussen schijn en werkelijkheid en speelt zijn rol met moeite verder. Omdat de toneelsituatie zoveel lijkt op de werkelijkheid, valt hij voortdurend uit zijn rol, want hij wil en de naam van de werkelijke minnaar te weten komen. Vergeefs herinnert Nedda hem eraan dat hij Paljas is. No, Pagliaccio non son werpt hij tegen, terwijl hij zijn vrouw ondankbaarheid en trouweloosheid verwijt. Hij blijft aanhouden en wil de naam van haar minnaar weten, tot bevreemding van het publiek dat de situatie weinig humoristisch begint te vinden. Hij grijpt een mes en als Nedda blijft weigeren steekt hij haar neer. Silvio springt op het toneel om haar te redden, maar wordt eveneens neergestoken. Terwijl agenten komen aansnellen, trekt Canio het gordijn van het toneeltje dicht met de woorden; "De komedie is ten einde".  
 

(Aken 26-04-1994 / Theater Aachen)

YUKIO KITAHARAdirigent
ELMAR OTTENTHALregie
HEIDRUN SCHMELZERdecor
BERNHARD MONCADOkoor
bezetting 
CORNELIU MURGUCanio (Pagliacci) (tenor)
MAJA TABATADZENedda (Colombina) (sopraan)
CLAUDIO OTELLITonio (Taddeo) (bariton)
WILLY SCHELLPeppe (Arlecchio) (tenor)
JOHN CASHMORESilvio (bariton)


(Krefeld 21-09-1997 / Theater Krefeld)

KENNETH DURYEAdirigent
THOMAS MUNSTERMANNregie
CHRISTOPH WAGENKNECHTdecor & kleding
GEORG MENSKESkoor
bezetting 
ION TUDOROIUCanio (Pagliacci) (tenor)
ANDREA HANSONNedda (Colombina) (sopraan)
LADO ATANELITonio (Taddeo) (bariton)
MARKUS HEINRICHPeppe (Arlecchio) (tenor)
MIKHAIL LANSKOISilvio (bariton)


(Berlijn 28-05-1998 / Staatsoper Unter den Linden)(J)  


(Essen 30-06-2004 / Aalto-Musiktheater Essen)

PIETRO RIZZOdirigent
GUY JOOSTENregie
JOHANNES LEIAKKERdecor
KLAUS BRUNSkleding
ALEXANDER EBERLEkoor
bezetting 
MIKHAIL DAWIDOFFCanio (Pagliacci) (tenor)
ZSUZSANNA BAZSINKANedda (Colombina) (sopraan)
HEIKO TRINSINGERTonio (Taddeo) (bariton)
MARK ROSENTHALPeppe (Arlecchio) (tenor)
GÜNTER KIEFERSilvio (bariton)


(Düsseldorf 17-02-2012/Oper am Rhein) 

ENRICO DOVICO dirigent
CHRISTOF LOY regie
HERBERT MURAUER decor & kleding
HANS HAAS licht
GERHARD MICHALSKI koor
bezetting  
 ZORAN TODOROVICH Canio (Pagliacci)(tenor)
 BRIGITTA KELE Nedda (Colombina)(sopraan)
 BORIS STATSENKO Tonio (Taddeo)(bariton)
 CORNEL FREY Peppe (Arlecchio)(tenor)
 DMITRY LAVROV Silvio (bariton)